zeshonderdendertig

Nederlands

0	6	3	0

zeshonderdendertig,
op een abacus

Uitspraak

• Geluid:  zeshonderdendertig    (hulp, bestand)
• IPA: / ˌzɛshɔndərtɛnˈdɛrtəx / (6 lettergrepen)

Woordafbreking

• zes·hon·derd·en·der·tig

Woordherkomst en -opbouw

• samenstellende samenstelling van  zeshonderd ht,   en vw  en  dertig ht 

Hoofdtelwoord

zeshonderdendertig

1. "630", langere vorm van zeshonderddertig, zeshonderd plus dertig
   1. om een hoeveelheid aan te geven

      • De inzameling heeft zeshonderdendertig euro en vijftig cent opgebracht. 

   2. om een plaats in een volgorde aan te geven

      • De hoofdprijs van de verloting valt op lot zeshonderdendertig. 

Synoniemen

• zeshonderddertig (deze kortere vorm is de gangbare vorm, het langere "zeshonderdendertig" wordt zelden gebruikt)

Afgeleide begrippen

rangtelwoord

• zeshonderdendertigste

hooftelwoord samengesteld met "zeshonderdendertig" ht als linkerdeel

• zeshonderdendertigduizend

Gangbaarheid

• Het woord 'zeshonderdendertig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.