zelfverdedigingsgroep

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zelf·ver·de·di·gings·groep
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zelfverdedigingsgroep zelfverdedigingsgroepen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de zelfverdedigingsgroepv / m

  1. paramilitaire organisatie georganiseerd door en voor de bevolking zelf met als doel zich te beschermen tegen aanvallen
     Zo heeft bijvoorbeeld een militie die de regering in het noordoosten steunt, de Gatia (Zelfverdedigingsgroep van de Imghad Toearegs en Bondgenoten) de plaats Ménaka ontruimd.[1]
     Inmiddels heeft de zelfverdedigingsgroep bijna een derde van Michoacan in handen. Ze zijn vastbesloten Apatzingán in te nemen, waar het hoofdkwartier van de Tempeliers is gevestigd, en hebben veel omliggende gemeenten al veroverd.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Vredesakkoord Mali zaterdag verwacht” (19 juni 2015,), de Volkskrant
  2.   Weblink bron
    Marjolein van de Water
    “Mexicaanse burgers schieten drugsbende provincie uit” (14 januari 2014), de Volkskrant