• zelf·the·ra·pie
enkelvoud meervoud
naamwoord zelftherapie zelftherapieën
verkleinwoord zelftherapietje zelftherapietjes

de zelftherapiev

  1. (medisch) het toepassen van therapeutische technieken op zichzelf, onder toezicht van een therapeut, als onderscheid van zelfhulp die zonder professioneel toezicht wordt uitgevoerd.
    • Na haar cursus over mindfulness begon zij met zelftherapie om haar angststoornis te beheersen.