zelfstrijkend
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zelf·strij·kend
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zelf zn en strijkend bn
stellend | |
---|---|
onverbogen | zelfstrijkend |
verbogen | zelfstrijkende |
partitief | zelfstrijkends |
Bijvoeglijk naamwoord
zelfstrijkend [1]
- (huishouden) textiel dat glad blijft zonder dat men het hoeft te strijken
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord zelfstrijkend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.