zelfscankassa
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zelfscankassa (hulp, bestand)
- IPA: / ˈzɛləfskɛnˌkɑsa / (4 of 5 lettergrepen)
Woordafbreking
- zelf·scan·kas·sa
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zelfscan ww en kassa zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zelfscankassa | zelfscankassa's |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- plaats waar klanten zelf afrekenen door zelf de producten te scannen
- ▸ De 34-jarige klant had bij de zelfscankassa in de Albert Heijn aan de Pampusweg te weinig betaald. Hij leek aanvankelijk mee te werken met personeel dat hem erop aansprak. Maar toen de poortjes openden, vluchtte hij naar buiten, gevolgd door de medewerkers.[1]
- ▸ Bordewijk ziet nog meer kansen bij de opmars van de zelfscankassa. "Je kunt dan meer mensen inzetten op echt specialistisch werk, zet vakmensen die bijvoorbeeld echte slagerskennis hebben weer op de vleesafdeling."[2]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord zelfscankassa staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Winkelbediende springt op motorkap auto gevluchte dief” (10-05-2013), Tubantia
- ↑ Weblink bron Chris Klomp“Zelfscanner verdrijft het kassameisje nog niet” (06-10-2015), Tubantia