zelfbehaaglijk
- zelf·be·haag·lijk
- samenstelling van zelf en behaaglijk
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | zelfbehaaglijk | zelfbehaaglijker | zelfbehaaglijkst |
verbogen | zelfbehaaglijke | zelfbehaaglijkere | zelfbehaaglijkste |
partitief | zelfbehaaglijks | zelfbehaaglijkers | - |
zelfbehaaglijk
- zichzelf een goed of aangenaam gevoel gevend
- Het woord zelfbehaaglijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.