Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zelf·ac·cep·ta·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zelfacceptatie zelfacceptaties
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de zelfacceptatiev

  1. (psychologie) acceptatie van zichzelf
    • "Zelfacceptatie is “met jezelf op een vriendschappelijke basis door het leven gaan”." [1]
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen