Zegellak en zegel

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ze·gel·lak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zegellak zegellakken
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

zegellak m en o

  1. een mengsel van schellak en terpentine dat gebruikt wordt om er zegels van te maken
    • Hij liet de gesmolten zegellak op de oorkonde druipen en drukte er zijn zegelring in. 
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid