zeepbeleconomie
- zeep·bel·eco·no·mie
- samenstelling van zeepbel en economie
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zeepbeleconomie | zeepbeleconomieën |
verkleinwoord | zeepbeleconomietje | zeepbeleconomietjes |
de zeepbeleconomie v
- (economie) een economie gekenmerkt door afwisseling van sterke groei gevolgd door een snelle ineenstorting
- Onder de regering Bush had Amerika een zeepbeleconomie, die nog voor het eind van zijn ambtstermijn uiteenspatte
1. een economie gekenmerkt door afwisseling sterke groei gevolgd door een snelle ineenstorting.
- Het woord zeepbeleconomie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.