Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ze·den·de·lin·quent
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zedendelinquent zedendelinquenten
verkleinwoord zedendelinquentje zedendelinquentjes

Zelfstandig naamwoord

de zedendelinquentm

  1. (juridisch) iemand die de wetten op het gebied van de zedelijkheid geschonden heeft
    • De zedendelinquenten werden gescheiden van de andere gevangenen. 

Meer informatie

Gangbaarheid