zedelijkheidsmotief

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ze·de·lijk·heids·mo·tief
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zedelijkheidsmotief zedelijkheidsmotieven
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het zedelijkheidsmotiefo

  1. het argument dat men de goede zeden wil bevorderen
    • De pandhuishouders verdedigden de extreem hoge [rente]tarieven met een zedelijkheidsmotief. Het zou de armen er van [sic!] weerhouden on te lenen en stimuleren om te werken.[1] 

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Afscheidscollege 2002
    prof C.K.F. Nieuwenburg, em. hoogleraar staathuishoudkunde en statistiek
    Universiteit Utrecht