zalige
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- za·li·ge
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zalige | zaligen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de zalige m
- (religie) iemand die bevrijd is van zijn zonden tegenover God
- Bij Thomas van Aquino en bij Dante is de opperste hemel de residentie van God en het verblijf van de zaligen.
Bijvoeglijk naamwoord
zalige
- verbogen vorm van de stellende trap van zalig
Werkwoord
vervoeging van |
---|
zaligen |
zalige
- aanvoegende wijs van zaligen
Gangbaarheid
- Het woord zalige staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zalige" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be