zaligen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- za·li·gen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
zaligen |
zaligde |
gezaligd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
zaligen
- (religie) rechtvaardigen tegenover God
- ...die miljoenen eens zaligen zou.
Vertalingen
1.
Zelfstandig naamwoord
de zaligen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord zalige
Gangbaarheid
- Het woord zaligen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zaligen" herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
87 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be