• zak·lan·ta·ren
enkelvoud meervoud
naamwoord zaklantaren zaklantarens
verkleinwoord zaklantarentje zaklantarentjes

de zaklantarenv / m

  1. een draagbare bron van licht, gewoonlijk van energie voorzien middels batterijen
    • De agent was blij zijn zaklantaren te kunnen gebruiken in het donkere warenhuis. 
67 % van de Nederlanders;
58 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be