zadelboog
- za·del·boog
- samenstelling van zadel en boog
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zadelboog | zadelbogen |
verkleinwoord | zadelboogje | zadelboogjes |
de zadelboog m
- de verstevigde boog aan de voorzijde van een zadel
- In het dameszadel steunt het linkerbeen in de stijgbeugel [...], terwijl het rechterbeen rust over een voorste zadelboog aan de linkerkant van het zadel.[1]
- Het woord zadelboog staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zadelboog" herkend door:
76 % | van de Nederlanders; |
83 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ blz 262. Paarden voor Dummies
door Audrey Pavia, N. Kuilder, J.M. Posnikoff, Fontline
Vertaald door N. Kuilder, N. Goinga
Uitgegeven doorPearson Education, 2003 ISBN 9043007625, ISBN 9789043007627 - ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be