Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zaag·beu·gel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zaagbeugel zaagbeugels
verkleinwoord zaagbeugeltje zaagbeugeltjes

Zelfstandig naamwoord

de zaagbeugelm

  1. (gereedschap) een beugel voor het inspannen van zaagjes (blad) van een beugelzaag
    • De zaagbeugel houdt het blad van de beugelzaag goed gespannen. 
Vertalingen

Gangbaarheid