• wraak·ne·ming
enkelvoud meervoud
naamwoord wraakneming wraaknemingen
verkleinwoord

de wraaknemingv

  1. iets wat men doet als vergelding voor een (ervaren) kwaad dat men is aangedaan
     Hij wilde mij met zijn wriemelende vingertjes de slapte bezorgen, het uit laten gillen, en zo tot wraakneming verleiden in de vorm van een schijngevecht.[2]
     De aanslagen op de sjiieten zouden een wraakneming zijn voor het verbod voor 500 aanhangers van de Baath-partij om kandidaat te staan bij de verkiezingen van 7 maart.[3]


  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Tonio : een requiemroman” (2011), De Bezige Bij  , ISBN 9789023467014
  3.   Weblink bron “Veertig doden bij aanslagen Kerbala” (05-02-2010), NOS