woongemeenschap
- woon·ge·meen·schap
- samenstelling van woon ww en gemeenschap [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | woongemeenschap | woongemeenschappen |
verkleinwoord | - | - |
de woongemeenschap v
- groep mensen die een gezamenlijke huishouding voeren of over gemeenschappelijke ruimten beschikken (huiskamer etc.)
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord woongemeenschap staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.