Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • woon·bou·le·vard
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord woonboulevard woonboulevards
verkleinwoord woonboulevardje woonboulevardjes

Zelfstandig naamwoord

de woonboulevardm

  1. een boulevard waar meerdere meubelwinkels en winkels voor de inrichting van huizen gevestigd zijn.
    • Op tweede paasdag bezoeken veel mensen de woonboulevard. 
Synoniemen

Meer informatie

Gangbaarheid