Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wond·koorts
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord wondkoorts
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de wondkoortsv / m

  1. (medisch) koorts ontstaan door een wondinfectie
    • Het was een strijd tussen oude stijl en en nieuwe stijl. Lully, de hofcomponist van Lodewijk XIV, was immers al 65 jaar dood. Hij stierf aan wondkoorts nadat hij met zijn dirigeerstok op zijn voet had gestampt. De gevierde Rameau was nog volop in leven, hij zou pas twaalf jaar later overlijden. [2] 
    • De kijker wordt de serie binnengeleid door een man met een stoere tattoo die arts blijkt te zijn, en die het been van iemand met wondkoorts kan afzetten. [3] 
    • Deel 3 begint met ziekte van Hizkia. Hij treft zijn vrouw Chefsiba aan bij een zelfgemaakt Astarte-altaar en veroorzaakt in zijn woede daarover brand. Hierbij raakt Hizkia zo gewond dat hij door wondkoorts stervende raakt. De profeet Jesaja komt hem -na een aanvankelijk doodsbericht- vertellen dat hij nog vijftien levensjaren krijgt.[4] 
Vertalingen

Gangbaarheid

88 % van de Nederlanders;
75 % van de Vlamingen.[5]


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Kasper Jansen 20 augustus 2010 Weg met de goden
  3. NRC Dirk Limburg 1 september 2005 De hel in een Bounty-paradijs
  4. Reformatorisch Dagblad J. L. Vermeulen 07-01-2004 Wondkoorts bij Hizkia; builenpest bij de Assyriërs
  5.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be