Rechts het wolfseind

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wolfs·eind
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord wolfseind wolfseinden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het wolfseindo

  1. afgeschuinde uiteinde van een zadeldak
Schrijfwijzen

Gangbaarheid

41 % van de Nederlanders;
36 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen