witwangbospatrijs
- (IPA in voorbereiding)
- wit·wang·bos·pa·trijs
- samenstellende samenstelling van wit bn, wang en bospatrijs zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | witwangbospatrijs | witwangbospatrijzen |
verkleinwoord | witwangbospatrijsje | witwangbospatrijsjes |
- (hoendervogels) Arborophila atrogularis een vogel uit de familie fazantachtigen (Phasianidae). De wetenschappelijke naam van de soort is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1850 door Edward Blyth . De soort komt voor in het noordoosten van India en Myanmar. Op de rode lijst van de IUCN heeft de soort de status gevoelig
- Het woord 'witwangbospatrijs' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.