witsnor
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- wit·snor
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van wit en snor zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | witsnor | witsnorren |
verkleinwoord | witsnorretje | witsnorretjes |
Zelfstandig naamwoord
de witsnor m
- (spinachtigen) Euophrys herbigrada een spinnensoort in de taxonomische indeling van de springspinnen (Salticidae ). Het dier komt uit het geslacht Euophrys . Euophrys herbigrada werd in 1871 beschreven door Eugène Simon
Hyperoniemen
Afgeleide begrippen
- witsnorbaardkoekoek, witsnorboomgierzwaluw, witsnorheremietkolibrie, witsnorketellapper, witsnorpalmroller
Gangbaarheid
- Het woord 'witsnor' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.