witoormiervogel

Nederlands

Gymnopithys leucaspis  (Witoormiervogel)

Uitspraak

• Geluid:  witoormiervogel    (hulp, bestand)

• (IPA in voorbereiding)

Woordafbreking

• wit·oor·mier·vo·gel

Woordherkomst en -opbouw

• samenstellende samenstelling van  wit bn,   oor zn  en  miervogel zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	witoormiervogel	witoormiervogels
verkleinwoord	witoormiervogeltje	witoormiervogeltjes

Zelfstandig naamwoord

de witoormiervogel m

1. (zangvogels) Gymnopithys leucaspis  een zangvogel uit de familie Thamnophilidae . Deze soort telt 4 ondersoorten

Hyperoniemen

• schreeuwvogels, zangvogels, vogels, viervoeters, gewervelden, chordadieren, dieren

Gangbaarheid

• Het woord 'witoormiervogel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.