witoor
- wit·oor
- samenstelling van wit en oor
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | witoor | witoren |
verkleinwoord | witoortje | witoortjes |
het witoor o
- (zoötomie) dier met een wit oor
|
- Het woord 'witoor' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.