witoorbaardvogel
- (IPA in voorbereiding)
- wit·oor·baard·vo·gel
- samenstellende samenstelling van wit bn, oor zn en baardvogel zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | witoorbaardvogel | witoorbaardvogels |
verkleinwoord | witoorbaardvogeltje | witoorbaardvogeltjes |
de witoorbaardvogel m
- (spechtvogels) Stactolaema leucotis een vogel uit de familie Lybiidae (Afrikaanse baardvogels). Deze soort komt voor in oostelijk en zuidoostelijk Afrika en telt 3 ondersoorten
- Het woord 'witoorbaardvogel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.