Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • wit·lijn·gras·mot
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord witlijngrasmot witlijngrasmotten
verkleinwoord witlijngrasmotje witlijngrasmotjes

Zelfstandig naamwoord

de witlijngrasmotv / m

  1. (vlinders) Agriphila latistria   een vlinder uit de familie grasmotten (Crambidae). De spanwijdte van de vlinder bedraagt tussen de 22 en 27 millimeter. De vlinder komt oorspronkelijk van rond de Middellandse Zee, maar heeft haar areaal naar het noorden uitgebreid. De soort overwintert als rups
Hyperoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Meer informatie