witkruinkolibrie

Nederlands

mannetje van de witkruinkolibrie

Uitspraak

• Geluid:  witkruinkolibrie    (hulp, bestand)

• (IPA in voorbereiding)

Woordafbreking

• wit·kruin·ko·li·brie

Woordherkomst en -opbouw

• samenstellende samenstelling van  wit bn,   kruin zn  en  kolibrie zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	witkruinkolibrie	witkruinkolibries
verkleinwoord	witkruinkolibrietje	witkruinkolibrietjes

Zelfstandig naamwoord

de witkruinkolibrie m

1. (gierzwaluwachtigen) Microchera albocoronata  een uiterst kleine vogel (6½ cm, 2½ g) toegeschreven als enige soort aan een geslacht uit de familie der kolibries (Trochilidae). De soort komt voor in het nevelwoud van Honduras, Nicaragua, Costa Rica en Panama. De mannetjes zijn iriserend paars met een wit voorhoofd. Het wijfje heeft een iriserend bronsgroene bovenkant en een vuilwitte onderkant

Hyperoniemen

• kolibries, gierzwaluwachtigen, vogels, viervoeters, gewervelden, chordadieren, dieren

Gangbaarheid

• Het woord 'witkruinkolibrie' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.