witkraagmanakin
- (IPA in voorbereiding)
- wit·kraag·ma·na·kin
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | witkraagmanakin | witkraagmanakins |
verkleinwoord | witkraagmanakinnetje | witkraagmanakinnetjes |
witkraagmanakin
- (zangvogels) Manacus candei een zangvogel uit de familie Pipridae (manakins). Deze soort komt voor van zuidoostelijk Mexico tot westelijk Panama
- Het woord 'witkraagmanakin' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.