witgloeiend
- Geluid: witgloeiend (hulp, bestand)
- wit·gloei·end
- samenstelling van wit bn en gloeiend bn
stellend | |
---|---|
onverbogen | witgloeiend |
verbogen | witgloeiende |
partitief | witgloeiends |
witgloeiend [1]
- van een metaal dat het zo heet is dat het een wit licht uitstraalt
- ▸ Het is geen orgasme, maar een witgloeiend mes dwars door je pens.[2]
1. van een metaal dat het zo heet is dat het een wit licht uitstraalt
- Het woord witgloeiend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Advocaat van de Hanen” (1990), De Bezige Bij , ISBN 9789023479925