• wit·ge·verfd
stellend
onverbogen witgeverfd
verbogen witgeverfde
partitief witgeverfds

witgeverfd

  1. met verf witgemaakt
     Na bijna twee jaar is de Brusselse gemeente Sint-Gillis zijn penismuur kwijt. Onbekenden hebben de enorme afbeelding van een mannelijk lid witgeverfd.[1]
  1.   Weblink bron “Belgische penismuur na twee jaar overgeschilderd” (Vrijdag 6 juli 2018, 10:28), NOS