• ge·verfd
vervoeging van: verven…
verbogen vorm: geverfde

geverfd

  1. voltooid deelwoord van verven
stellend
onverbogen geverfd
verbogen geverfde
partitief geverfds

geverfd

  1. met verf bedekt, gekleurd
    • De ijdele, oude vrouw had bruin geverfde haren. 
    • De pas geverfde deur was nog nat. 
  • pas geverfd
99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be