witborstboomklever
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- wit·borst·boom·kle·ver
Woordherkomst en -opbouw
- samenstellende samenstelling van wit bn, borst en boomklever zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | witborstboomklever | witborstboomklevers |
verkleinwoord | witborstboomklevertje | witborstboomklevertjes |
Zelfstandig naamwoord
de witborstboomklever m
- (zangvogels) Sitta carolinensis een zangvogel uit het geslacht sitta. De vogel komt voor in Noord-Amerika en telt zeven ondersoorten
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'witborstboomklever' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.