winterachtig
- win·ter·ach·tig
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | winterachtig | winterachtiger | winterachtigst |
verbogen | winterachtige | winterachtigere | winterachtigste |
partitief | winterachtigs | winterachtigers | - |
winterachtig
- gelijkend op, of eigenschappen hebbend van winter
- Ja - ja - het was Ashley geweest in de winterachtige, winderige boomgaard op Tara, die met een dodelijk vermoeide kalmte sprak over het leven en over de levensmoeilijkheden. (uit: Gejaagd door de wind door Margaret Mitchell)
- Het woord winterachtig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.