• winst·aan·deel
enkelvoud meervoud
naamwoord winstaandeel winstaandelen
verkleinwoord winstaandeeltje winstaandeeltjes

het winstaandeelo

  1. (bedrijfskunde), (financieel) het bedrag van de ondernemerswinst dat in een jaar wordt uitgekeerd aan een aandeelhouder
    • Belanghebbende heeft een winstaandeel van 7,5%.