1. aantal wielen die met elkaar verbonden zijn door een as
(hier: voor onder een trein)

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wiel·stel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord wielstel wielstellen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het wielstelo

  1. (techniek) aantal wielen die met elkaar verbonden zijn door een as
    • Zes leden van het grondpersoneel duwden het vliegtuig aan zijn wielstel naar buiten. [1]

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen