wielrijden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: wielrijden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- wiel·rij·den
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van wiel en rijden
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
wielrijden |
- |
- |
onvolledig |
Werkwoord
wielrijden
- het rijden op een fiets als sport of recreatie, fietsen
- Ben je nog wezen wielrijden dit weekeinde?
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord wielrijden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.