Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wiel·moer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord wielmoer wielmoeren
verkleinwoord wielmoertje wielmoertjes

Zelfstandig naamwoord

de wielmoerv / m

  1. (techniek) een stevige moer zoals gebruikt om een wiel aan een auto te bevestigen
    • Hij pakte een kruissleutel om de wielmoeren los te draaien. 
Vertalingen

Gangbaarheid