Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wie·ler·loop·baan
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord wielerloopbaan wielerloopbanen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de wielerloopbaanv / m

  1. de carrière als wielrenner; de periode in iemands leven als wielrenner
     In januari 2016 leek de wielerloopbaan van John Degenkolb voorbij nadat hij bij een trainingsrit in Spanje met vijf collega's werd aangereden. Tweeënhalf jaar later wint hij Roubaix zijn eerste Tourrit. Dan mag je best wat tranen laten.[1]
     Guido Bontempi won in zijn wielerloopbaan zestien etappes in de Giro d'Italia. Tegenwoordig is De Buffel nog altijd actief in de Giro. Verslaggever Han Kock zocht hem op.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Degenkolb: iedereen zei dat het voorbij was” (Zondag 15 juli 2018, 17:30), NOS
  2.   Weblink bron
    NOS Wielrennen
    “Wie is die man met die baard in de Giro? Guido Bontempi!” (Donderdag 17 mei 2018, 15:29), NOS