widoei
- wi·doei
- Herkomst: Hebreeuws, letterlijk: 'belijdenis' [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | widoei | widoejiem |
verkleinwoord |
- (Jiddisch-Hebreeuws) gemeenschappelijke schuldbelijdenis tijdens de synagogedienst op Jom Kipoer, aansluitend aan de Amida
- Het woord 'widoei' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.