werkwoordsvorm

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  werkwoordsvorm    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• werk·woords·vorm

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  werkwoord  en  vorm  met het invoegsel -s- 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	werkwoordsvorm	werkwoordsvormen
verkleinwoord	werkwoordsvormpje	werkwoordsvormpjes

Zelfstandig naamwoord

de werkwoordsvorm v / m

1. (grammatica) een vervoegingsvorm van een werkwoord.

   • De woorden ga, gaat, ging en gegaan zijn voorbeelden van een werkwoordsvorm. 

Verwante begrippen

• werkwoord
• naamwoordsvorm

Gangbaarheid

• Het woord werkwoordsvorm staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.