werkwinkel
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: werkwinkel (hulp, bestand)
Woordafbreking
- werk·win·kel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van werk en winkel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | werkwinkel | werkwinkels |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de werkwinkel m
- Vlaamse instantie die mensen die moeilijk zelf aan werk kunnen komen helpt om toch werk te vinden
- De gehandicapte vond werk met behulp van de werkwinkel.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord werkwinkel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.