werkritme
- werk·rit·me
- samenstelling van werk en ritme
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | werkritme | werkritmes werkritmen |
verkleinwoord |
het werkritme o
- de snelheid en de regelmaat van het werk
- De vraag die ertoe doet, is deze: waarom nemen we vakantie? Behalve dat het een soort burgerlijke plicht is om te pochen met exotische reisbestemmingen, is het doel toch vaak uitrusten, niets doen of iets anders doen. We nemen vakantie om onze tijd te vullen met zaken die we als zinvol beschouwen. Voor sommigen is dat actief zijn, voor anderen volstaan cocktails en een zwembad. Maar bovenal staat vakantie symbool voor controle over je dagorde. Terug aan het werk is de ontnuchtering vaak groot: het werkritme is onveranderd gebleven, die ergerlijke collega is er nog steeds en je moet tegen deadlines aan werken die anderen voor jou hebben opgesteld. Weg controle en zelfbeschikking. [1]
- Het woord werkritme staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "werkritme" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ NRC 2 september 2016
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be