Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • werk·pro·gram·ma
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord werkprogramma werkprogramma's
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het werkprogrammao

  1. beschrijving van welke werkzaamheden in welke volgorde verricht dienen te worden
    • Hij had een uitdagend werkprogamma voor 2017 gemaakt. 
Synoniemen

Gangbaarheid