monument voor de wereldvrede
  • we·reld·vre·de
enkelvoud meervoud
naamwoord wereldvrede
verkleinwoord

de wereldvredev / m

  1. in positieve termen gedefinieerd als een heilzame toestand van rust en harmonie, of in negatieve toestand als afwezigheid van stoornis, twist of strijd over de hele wereld
    • Twee weken geleden sprak Commandant der Strijdkrachten generaal Tom Middendorp over klimaatverandering op het door het ministerie van Buitenlandse Zaken georganiseerde Planetary Security Initiative. Hij werd na afloop geïnterviewd voor het NOS Journaal. Op de NOS-website verscheen ook een berichtje onder de kop: „Generaal Middendorp: klimaatverandering bedreigt wereldvrede.” Voor Salima Belaj (D66) aanleiding om minister Hennis (Defensie, VVD) te vragen „wanneer de Nederlandse defensiedoctrine op dat punt wordt aangepast”. [2] 
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Paul Luttikhuis 27 december 2016
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be