wereldberoemd
- we·reld·be·roemd
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘zeer beroemd’ voor het eerst aangetroffen in 1750 [1]
- samenstelling van wereld en beroemd [2]
stellend | |
---|---|
onverbogen | wereldberoemd |
verbogen | wereldberoemde |
partitief | wereldberoemds |
wereldberoemd
- bekend over de hele wereld
- Bono is een wereldberoemde zanger.
- Een opvallende boom die Wattez meebracht naar Smalenbroek is de mammoetboom, die hij net naast de Ter Kuile-villa heeft geplaatst. Deze boom is een jonger broertje van zijn wereldberoemde soortgenoten in Californië, die daar al duizenden jaren het landschap sieren. Maar zelfs op de relatief jonge leeftijd van honderd jaar straalt de Enschedese mammoetboom al iets prehistorisch uit. [3]
- Het woord wereldberoemd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "wereldberoemd" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ "wereldberoemd" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ wereldberoemd op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Tubantia 30-07-08 De twee gezichten van Smalenbroek
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be