wereldberoemdheid

  • we·reld·be·roemd·heid
enkelvoud meervoud
naamwoord wereldberoemdheid wereldberoemdheden
verkleinwoord

de wereldberoemdheidv

  1. iets of iemand die over de hele wereld bekend is
    • Deze volstrekt onwetende koe is in één klap een wereldberoemdheid. En nee, we gaan niet opeens de privacy van alle dieren beschermen. [2] 
    • Kierkegaard heeft eens gezegd dat zijn betekenis pas na zijn dood duidelijk zou worden. Hij kreeg daarin gelijk: de Deense denker werd een wereldberoemdheid wiens werk in ruim dertig (!) talen is vertaald. [3] 
  2. het wereldberoemd zijn