welvoeglijkheid
- wel·voeg·lijk·heid
- afleiding van welvoeglijk met het achtervoegsel -heid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | welvoeglijkheid | welvoeglijkheden |
verkleinwoord |
- het handelen dat overeenkomt met de goede zeden
- ▸ En toch waren de mannen over de omzichtigheid en de vrouwen over de welvoeglijkheid gestapt, voortgedreven door de onweerstaanbare prikkel van de nieuwsgierigheid die alles had overwonnen.[2]
- Het woord welvoeglijkheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.