Nederlands

 
[1] brug gemaakt van welijzer
Uitspraak
Woordafbreking
  • wel·ij·zer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord welijzer welijzers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het welijzero

  1. (metallurgie) ijzer dat uit erts verkregen werd via een procedé waarbij het ijzer niet vloeibaar werd, doch veeleer een deegachtige massa vormde
  2. (gereedschap) ijzer dat men gebruikt om het glas van de blaaspijp te wellen
Vertalingen

Gangbaarheid

22 % van de Nederlanders;
22 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen