• weg·schrap·pen

wegschrappen

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
wegschrappen
schrapte weg
weggeschrapt
zwak -t volledig
  1. wegnemen door iets door te halen of weg te krassen
    • Dat tegen elkaar wegschrappen heet interne compensatie en is in de fiscale wereld algemeen geaccepteerd. Dit geval trekt de aandacht omdat de grote meerderheid van de huizenbezitters jarenlang een te lage waarde van hun huis heeft aangegeven. Men ging namelijk welbewust goedgelovig af op de waarde waarvoor de gemeente hun huis had getaxeerd, maar die was steevast veel te laag. [1] 
    • Maar hij bleef er op hameren dat deze producten van een geraffineerde cultuur slechts een oppervlakkig laagje vormden bovenop een wereld die eigenlijk schriftloos en onderontwikkeld was. In zijn boek wilde hij dat vernis wegschrappen om de lezer te laten kennismaken met `un Moyen Age des profondeurs, des fondements, des structures'. [2] 
    • De Rus Firdaoes Kabirov won de rally bij de vrachtwagens. De Kamaz-rijder had uren voorsprong op de concurrentie. Veteraan Jan de Rooy zag zijn naam na het wegschrappen van Bekx terug op de vierde plaats in het klassement en zijn zoon Gerard stond ineens vijfde. [3] 



  1. NRC Cees BanningAertjan Grotenhuis 2 augustus 1997 Eigen-huisbezitter vogelvrij
  2. NRC Peter Raedts 2 oktober 2004 Het Romantisch vernis geschrapt
  3. NRC 17 januari 2005 Trucker Bekx uit klassement `Dakar' gezet